Via een lotgenoot kwam ik terecht bij het prachtige stuk geschreven door Volkskrant journalist Fokke Obbema: 'Even dood: leven na een hartstilstand'. Heel helder en met humor beschrijft hij zijn hartstilstand, de medische kanten ervan en vooral de ongrijpbare kanten van de menselijke geest. De lagen van identiteit en zingeving die door zijn gebeurtenis worden aangeraakt en de zoektocht die daarop volgt. Leven met de waarom-vraag? Leven met het idee van toeval. Pech? Nee, er moet een oorzaak-gevolg zijn! "Komt u over dertig jaar nog maar eens terug!" Zo herkenbaar.
Leven met pech...leven met het niet kennen van de oorzaak, omdat de medici inderdaad fantastisch werk doen, heel erg aardig zijn, maar vaak ook "maar wat doen", "we vermoeden wel iets, maar weten nog lang niet hoe het werkt", hoe daar toch woorden aan te geven en een weg in te vinden? Na mijn hartstilstand, borstkanker I, de dood van mijn dochter door Acute Leukemie, borstkanker II...pech? Genetische oorzaken...onbekend..."kom over dertig jaar nog maar eens terug"...
Ik heb behoefte om antwoorden te vinden op de waarom vraag en tegelijkertijd heb ik er totaal de energie niet voor om me ermee bezig te houden. Gelukkig kan ik lachen om een oud-collega die zei: "Nu weet ik het zeker: jij was in je vorige leven een afschuwelijke dictator! Dat kan niet anders!"
En dus hobbelen we maar voort...hoef ik het van mezelf niet allemaal te weten, niet allemaal te voelen, hou ik het leven heel erg klein: de zon, mijn familie, vrienden, lekker brood en een mooi boek. En tussendoor de tranen, het koesteren, voorzichtige blikken richting een toekomst, mijn dochter naar de middelbareschool zien gaan, hoop dat ik ooit mijn kleinkind kan vasthouden. Misschien allemaal een ego-kwestie zoals Jan Geurtz zei, ik wil het graag geloven. Voel ook dat daar wat in zit, dat het ergens wel klopt. Maar ik ga eerst nog rouwen, koesteren, vasthouden...ik ben nog niet klaar om los te laten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten