Wat ben ik toch blij en dankbaar met mensen die het kunnen verwoorden, dat wat ik voel en beleef. En wat ben ik dankbaar dat ik vrienden heb die mij dit moois toesturen. Zoals het boek ‘Als je wereld instort’ van Pema Chödrön. Ik ben nog maar op pagina 19, maar nu heb ik al zoveel gelezen dat aansluit bij mijn ervaringen. Zo lees ik hoe belangrijk het is om ‘tegen de scherpe kantjes aan te leunen’, de scherpe kantjes van het leven. Om zo het dualistische toe te laten. “Door in het nu te blijven, krijgt de vergankelijkheid een bepaalde intensiteit, hetzelfde gebeurt met compassie, verwondering en moed. En ook met angst. In feite ervaart iedereen die op de rand van het onbekende staat en helemaal in het nu is zonder aanknopingspunt, dat de grond onder zijn voeten is weggeslagen. Het huidige moment is kwetsbaar en zenuwslopend en tegelijkertijd warm.”
Wat HERKENBAAR! Ook ik ervaar geen aanknopingspunt, een intensiteit voor wat betreft mijn vergankelijkheid, maar ik ervaar ook moed, moed om door te gaan en deze weg te gaan en alles in de ogen te kijken. Na mijn hartstilstand heb ik dat ervaren: je kunt erbij blijven, bij de intensiteit, ook als er geen antwoorden zijn en geen aanknopingspunten. Er zacht bijblijven is mogelijk. Er volledig bijblijven….dat weet ik nog niet, dat voelt zwaar nog.
En verderop: “Het soort ontdekkingen dat we doen heeft niets te maken met geloof in iets. Ze hebben veel meer te maken met de moed om te sterven, de moed om voortdurend te sterven.” Ik kan het niet verwoorden, maar ik WEET gewoon dat dit waar is. Ik merk zelf dat ik ergens continu zoek naar een manier, een zienswijze, een houding om vrede te (gaan) hebben met de dood. Terwijl ik nu niet direct met de dood wordt geconfronteerd. Toch voel ik dat hierin een verdieping ligt van het leven en verdieping van de ziel. Het spirituele pad is: “Genoegen nemen met onzekerheid, leren je te midden van de chaos te ontspannen, leren niet in paniek te raken.” Wat is dat lastig, want ergens heb ik heel sterk de behoefte aan een papiertje waarop staat wat er komen gaat in het leven, ik wil zo graag de garantie dat ik 94 word. Zodat ik mijn kinderen groot zie worden en mijn kleinkinderen kan leren kennen. Wat vergt het een moed om met dat verlangen om te gaan en tegelijkertijd de onzekerheid onder ogen te zien en te dragen. Ik weet dat de woorden waar zijn, ik voel dat ze waar zijn, ik ervaar heel soms dat ze waar zijn, maar een stuk van mij wil het nog niet en kan het nog niet toelaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten